Osteopathie en wetenschap Dat osteopathie werkt, blijkt ook uit wetenschappelijke studies. Sinds de jaren negentig is in de osteopathie een sterk toegenomen belangstelling voor wetenschappelijke onderbouwing van behandelingen. Sindsdien zijn er in binnen- en buitenland vele studies verricht naar de effecten van specifieke osteopatische behandelingen.
Een osteopaat onderscheidt drie verschillende bewegende systemen in het lichaam. Ten eerste het bewegingsapparaat, dat bestaat uit botten, gewrichten en spieren. Ten tweede het orgaansysteem, waaronder behalve organen en hun omringende vliezen, ook bloedvaten en het lymfestelsel vallen. Tenslotte is er het craniosacrale systeem, met schedelbotten, wervelkolom, ruggenmergsvlies en hersenvochtcirculatie. In het onderzoek door de osteopaat komen altijd deze drie systemen aan de orde. Het onderzoek is gericht op beweeglijkheid. Door allerlei verschillende oorzaken kan die verstoord zijn geraakt. Tijdens de behandeling herstelt de osteopaat die oorspronkelijke beweeglijkheid met zachte, doelgerichte handgrepen. Daardoor kan het natuurlijk genezingsproces op gang komen.