Veiligheidsregio Utrecht ^uitgelicht

De Veiligheidsregio Utrecht, kortweg de VRU, is een samenwerkingsverband van de 26 gemeenten in de regio Utrecht. Voorkomen is beter dan genezen. Daarom houdt de veiligheidsregio zich actief bezig met proactie en preventie. Preventie. Het doel van preventie is het voorkomen van ongevallen en het beperken van de schade voor mensen, milieu en economie bij incidenten. Bijvoorbeeld bij incidenten waarbij gevaarlijke stoffen vrijkomen of bij een grootschalige uitbraak van infectieziekten. Er zijn diverse wetten en regels van kracht op dit gebied. De veiligheidsregio adviseert en ondersteunt, bijvoorbeeld door voorlichting, advies over veiligheid en vergunningverlening, handhaving en toezicht. Proactie. Proactie houdt in 'het wegnemen of minimaliseren van structurele oorzaken van onveiligheid en gevaarlijke situaties'. Bijvoorbeeld bij grote infrastructurele of planologische projecten, evenementen etc. Door middel van adviezen, maatregelen en beïnvloeding van wetgeving en normstelling, vraagt de veiligheidsregio in een vroeg stadium aandacht voor fysieke veiligheid. Op die manier kunnen risico's en effecten van calamiteiten in een vroeg stadium tot een aanvaardbaar niveau worden beperkt en beheerst. Als zich een calamiteit of incident voordoet, worden de benodigde hulpverleningsdiensten en betrokken organisaties gealarmeerd en rukken zij uit. Afhankelijk van de situatie kunnen brandweer, ambulances en politie gealarmeerd worden, maar bijvoorbeeld ook defensie, waterschappen, natuurbeheer, GGD’en etc. Dit proces heet repressie ofwel inzet. Bij grootschalige en/of complexe incidenten wordt de hulpverlening opgeschaald.  Wie wordt gealarmeerd in welke situatie, is bepaald in de GRIP-procedure. Hierin ligt het proces van melding en opschaling vast. Wie wat moet doen in welke situatie, is afgesproken door middel van planvorming en voorbereiding, en wordt geleerd tijdens opleiden, trainen en oefenen. Het beheer van materieel en verbindingen zorgt ervoor dat de hulpverleners goed uitgerust terplekke komen. Door te evalueren kunnen we leermomenten in hulpverleningsprocessen vastleggen. Input voor leermomenten kan voortkomen uit onder anderen incidenten en oefeningen. De VRU werkt met de Plan-Do-Check-Act cyclus. Op die manier wordt kwaliteit structureel verankerd binnen de organisatie en is deze toetsbaar. Toetsbaarheid is nodig om een kwaliteitscertificaat te behalen en te behouden.